Ontstaan & definitie
De welzijnswet, officieel genaamd de ‘Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk’ werd getekend op 4 augustus en trad in werking op 1 oktober 1996.
Welzijn op het werk definieert men als het geheel van de zeven factoren met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden waarin het werk wordt uitgevoerd:
Veiligheid op het werk
Bescherming van de gezondheid van de werknemer
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
Ergonomie
Arbeidshygiëne
Verfraaiing van de werkplaatsen
Milieu.
Artikel 5 van de welzijnswet legt aan de werkgever de algemene verplichting op de nodige maatregelen te treffen ter bevordering van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Hij moet daarbij de preventiebeginselen in acht nemen.
Deze beginselen zijn overgenomen uit de kaderrichtlijn “veiligheid en gezondheid”.
Risico’s voorkomen;
Evaluatie van risico’s die niet kunnen worden voorkomen;
Bestrijding van de risico’s bij de bron;
Vervanging van wat gevaarlijk is door dat wat niet gevaarlijk of minder gevaarlijk is;
Voorrang aan maatregelen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming;
Aanpassing van het werk aan de mens, met name wat betreft de inrichting van de werkposten en de keuze van de werkuitrusting en de werk- en productiemethoden, met name om monotone arbeid en tempo gebonden arbeid draaglijker te maken en de gevolgen daarvan voor de gezondheid te beperken.
Wil je zeker zijn dat je bedrijf in orde is met de wettelijke verplichtingen? Boek dan via onderstaande knop een gratis gesprek in met één van onze experts!
Toepassingsgebied
De wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk is toepasselijk op de werkgevers en de werknemers. Van zodra een werkgever één werknemer in dienst heeft, is hij wettelijk verplicht een Dynamisch Risicobeheersingssysteem te voeren.
Daarnaast worden een aantal categorieën personen gelijkgesteld met de werknemers en degenen die hen tewerkstellen met de werkgevers.
Het gaat hier in het bijzonder om de volgende categorieën:
- De personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon;
- De personen die een beroepsopleiding volgen waarvan het studieprogramma voorziet in een vorm van arbeid die al dan niet in de opleidingsinstelling wordt verricht;
- De personen verbonden door een leerovereenkomst;
- De stagiairs;
- De leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die al dan niet in de onderwijsinstelling wordt verricht.
Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB)
De omzetting van deze Europese regelgeving naar ons Belgisch rechtsbestel is echter geen sinecure. Voor de goedkeuring van de welzijnswet gold in België het ARAB (Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming).
Het ARAB is reeds grotendeels uitgehold en zal binnen afzienbare tijd helemaal verdwijnen doordat ook de resterende bepalingen uit het ARAB zullen worden overgeheveld naar de codex ‘Welzijn op het werk’ of, wanneer dat niet mogelijk is, worden opgeheven. Dit houdt in dat de huidige wetgeving nog steeds op regelmatige basis wordt aangepast en dus geen statische materie is.
Voor bedrijven is het dus zeer moeilijk om continu in regel te zijn en te blijven met de huidige wetgeving. De meeste ondernemingen hebben geen jurist of opgeleide preventieadviseur in dienst ter opvolging van hun dynamisch risicobeheersingssysteem (DRBS).
De sancties
Door het feit dat de twee wetgevingen (welzijnswet en ARAB) deels overlappen is het voor werkgevers vaak zoeken naar de juiste interpretatie en implementatie ervan. Echter dient de welzijnswet, zoals elke wetgeving, nageleefd te worden door werkgevers. Om dit te garanderen voert de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg (WASO) controles uit. Inspectiebezoeken van de FOD gebeuren vaak ten gevolge van een arbeidsongeval maar even goed gebeuren ze op willekeurige basis.
In vergelijking met de rest van Europa scoort België zeer zwak op vlak van arbeidsongevallen en bijgevolg arbeidsveiligheid. Naast sensibiliseringscampagnes ziet de FOD in de verhoging van controles een manier om werkgevers bewuster te laten omgaan met arbeidsveiligheid.
Bedrijven wapenen tegen inspectiebezoeken ‘Arbeidsveiligheid en Welzijn op het Werk’ is een van onze hoofdtaken. Deze inspecteurs hebben dezelfde onderzoeksbevoegdheden als de andere arbeidsinspecteurs, maar om te remediëren aan sommige gevaarlijke of gezondheidsbedreigende situaties hebben ze bijkomende actiemogelijkheden.
Sancties kunnen zijn:
Administratieve geldboetes (variërend van € 400 tot € 24.000 per inbreuk)
Maatregelen voorschrijven met als doel risico’s uit te schakelen of hinder die volgens hen een bedreiging vormen voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers in de ondernemingen.
Zij hebben het recht om te bevelen dat binnen een door hen voorgestelde termijn, en bij onmiddellijk gevaar zelfs onmiddellijk, wijzigingen worden aangebracht om aan zo’n risico’s of hinder te verhelpen.
Zij kunnen tijdelijk of definitief verbieden dat een lokaal, een werkplaats of gevaarlijke machines of installaties gebruikt worden en dat bepaalde fabricageprocédés toegepast worden.
Bij onmiddellijk gevaar kunnen zij iedere werkplaats onmiddellijk laten ontruimen.